Stoere duizendpoot
Janet Hoeksema geïnterviewd door Saffira Rijkee.
Veel mensen kennen haar vast wel als de energieke eigenaresse van kledingzaak Majolaine in Shoppyland. Ze leeft strikt volgens haar motto’s ‘Een dag niet gelachen is een dag niet geleefd’ en ‘Een beetje vriendelijkheid kost niets’. Een gesprek als een tornado met Janet Hoeksema die altijd bezig is, veel ideeën en dromen heeft en vindt dat iedereen voorzichtig met de aarde om moet gaan.
“Ik ben nog net geen twaalf ambachten, dertien ongelukken”, zegt Janet zelf over haar loopbaan tot nu toe. Voor ze haar eigen kleding- en lingeriezaak Majolaine opende in Shoppyland deed ze heel wat werkervaring op. “Na school ging ik meteen de zorg in, maar dat was geen succes, ik was nog zo jong. Ik werkte in het Zonnehuis in Zuidhorn en was heel leergierig, maar al mijn vragen en nieuwsgierigheid werden genegeerd. Dat hou je even vol, maar op een gegeven moment denk je dan: wat doe ik hier nog? Toen mijn zus naar Amstelveen verhuisde had ik het geluk dat ik aan de slag kon op het accountantskantoor waar zij in Groningen werkte. Daar heb ik tien jaar met veel plezier gewerkt tot aan mijn bevalling. Aan parttimers deden ze in die tijd nog niet. Ik ben vijf jaar lang fulltime moeder geweest. Tijdens de zwangerschap van ons tweede kindje volgde ik de opleiding tot medisch secretaresse. Uiteindelijk vond ik werk als gewoon secretaresse bij de Koninklijke Theodorus Niemeyer BV.”
Janet was hier bij de Veiligheidsdienst onder andere verantwoordelijk voor het blusmateriaal, de gevaarlijke stoffen registratie, trainingen voor EHBO-ers en brandweer, inkoop en facturatie van haar afdelingen en het zoeken naar opleidingen voor bepaalde groepen mensen bij Niemeyer. “Kortom een machtige baan. Helaas dachten ze een paar jaar terug dat ze wel zonder ons secretaresses konden en dat konden ze ook helaas; we vlogen er allemaal uit. Dat was wel heel jammer. Ik moest op zoek naar iets anders, heb allerlei sollicitatiegesprekken gehad waar ze me ook wel aan wilden nemen, maar ik zag het zelf niet zitten. Dus toen ben ik hier voor mezelf begonnen.”
Het zelfstandig ondernemerschap was geen droom van Janet, eigenlijk wilde ze altijd bij de politie, maar daar vindt ze zichzelf nu te oud voor. Met haar gouden handdruk van Niemeyer startte ze op 1 mei 2008 met haar kleding- en lingeriezaak Majolaine, (spreek uit Masjolène: op z’n Frans). “Ik zou eigenlijk een lingeriezaak beginnen, maar na een marktonderzoek dat ik zelf heb gedaan bleek dat er in Bedum behoefte was aan dertigplus kleding. “In het eerste jaar was het heel leuk, daarna kwam de klad erin vanwege de crisis. Maar ja, daar heeft iedereen last van.”
Optimistisch
Dat Janet schildklier- en nierpatiënt is doet niets af aan haar vrolijke optimisme. Medicijnen voor haar schildklier slikt ze al langer, maar sinds een week moet ze ook pillen voor haar nieren slikken waar ze eerst behoorlijk raar van werd. “Ik heb een lekkend membraam wat gelukkig op tijd is ontdekt omdat ik bij de brandweer zat en daar gekeurd werd. Met mijn nieren kan het misgaan als ik tachtig ben, maar ook volgend jaar. Dan moet ik dialyseren. Het lijkt me erg om daar veel energie door te verliezen. Maar ik ben heel optimistisch.”
Dat ze vanwege haar ziekte geen bloed meer kan geven vindt ze jammer. “Als je je medemens kunt helpen moet je dat niet laten. Daarom heb ik ook een donorcodicil.”
Altijd bezig
De hele dag in haar winkel zitten was wel even wennen voor de drukke duizendpoot.
Toen ze nog bij Niemeyer werkte was Janet daar brandweervrouw in de aanvalsploeg, EHBO’er, AED-er, voorzitter van de personeelsvereniging, zwarte piet en kaderlid van het CNV. “Dit betekende dat we altijd met de CAO en de pensioenen aan het stoeien waren en met ideeën en suggesties kwamen.” Ook gaf ze als gastdame rondleidingen in drie talen.Verder was ze lid van het landelijk Tabaksplatform. “Afgevaardigden van de diverse bonden (CNV/FNV/Unie) van de tabakverwerkende industrie in heel Nederland kwamen jaarlijks twee keer bij elkaar in de gastfabriek, bijvoorbeeld Philip Morris (Marlboro) in Eindhoven, Imperial Tobacco in Joure van Drum shag, of Ritmeester Sigaren en ook nog een bedrijf dat van tabakafval onder andere schuurpapier maakte. Heel interessant en altijd reuze gezellig.”
Privé was Janet actief in de kerk, scheidsrechter bij de volleybal- en voetbalclub van haar dochter Marlies (19) en Ben (17), en penningmeester van de buurtvereniging. En ook nu doet ze nog van alles naast het runnen van haar eigen zaak. Zo is ze secretaris van het Algemeen Plaatselijk Belang Bedum (APB) en penningmeester en secretaresse van de winkeliersvereniging van Shoppyland. Ze fluit nog steeds volleybalwedstrijden, rijdt motor en volleybalt, fitnest en leest graag.
Op de koop toe rondt ze op 16 oktober haar opleiding Helpende zorg en welzijn af met een examen. “Ik heb vast altijd een lichte vorm van ADHD gehad”, verklaart ze haar actieve bestaan. En dan lachend: “Oké, een zware vorm! Ik wil ook altijd graag van alles organiseren, nu met het APB ook. Maar ik ben met handen en voeten aan de winkel gebonden. Ik denk soms wel eens ‘kon ik maar even snel… allemaal lampjes om het Boterdiep heen hangen en dan de winkel weer in’. Of weer een echte gondelvaart door het Boterdiep organiseren, of een Promise Concert. Ik heb zoveel ideeën, het borrelt en bruist… maar het komt er vaak niet van”.
“Ik voel me ook geen ondernemer, daar moet je voor geboren zijn denk ik. Ik vind het wel leuk dat ik hier een soort maatschappelijk werkster ben, mensen leggen hier hun ei. Misschien wil ik ook nog wel maatschappelijk werk gaan doen… of bedrijfspsychologie, dat lijkt me ook leuk! Om het geld gaat het me niet, ik ben eigenlijk niet zakelijk genoeg. Een dikke Mercedes onder de kont is leuk, maar ik hou het eerst maar bij onze Skoda, haha! En mijn motor natuurlijk. Dat mis ik wel, eerst kon ik nog elke dag naar Niemeyer. Nu rijd ik af en toe eens op een zondag, of een mooie zomeravond.”
Kortom: Janet is altijd bezig. “Als ik een half uur stilzit dan moet ik alweer de tuin in. Op vakantie ook, dan zit iedereen te lezen en dan ga ik de keukenkastjes schoonmaken omdat ik me eraan erger. Niet dat ik zo’n poetser ben hoor, geen smetvrees hier, maar dan moet ik gewoon wat doen. Daarom ben ik ook met een studie mondharmonica begonnen, dankzij Blof. Dat vind ik ook erg leuk. De laatste tijd had ik er wat weinig tijd voor, want ik moet natuurlijk een tien halen op mijn examen in oktober.”
En slapen, komt ze daar nog wel eens aan toe? “Haha, ja hoor ik slaap wel. Heel gemakkelijk zelfs. Staand, liggend, zittend. Ik ben zelfs een keer in slaap gevallen tijdens het notuleren. Ik verbruik natuurlijk heel veel energie, dus ik mag ook graag slapen. En liefst zonder nachtmerries, want die heb je ook vaak als je zo druk in je hoofd bent.”
Politiek, zadelpijn en heimwee
Over de Bedumer politiek is Janet kort maar krachtig: “De gemeente moet beter luisteren naar de burgers. Ze zitten er voor en door ons. En daar is alles mee gezegd”.
Op vakantie gaat ze het liefst met haar gezin naar Tsjechië, om daar de prachtige oude gebouwen en natuur te bekijken. “Dit jaar zijn we naar Zeeland geweest, want dat was de enige Nederlandse provincie die we nog niet gezien hadden. We hebben daar heel veel gefietst; ik had geen kont meer over. Maar ik las gisteren in de Quest dat zadelpijn altijd komt van een te klein zadel. Dus ik moet een grote-konten-zadel hebben, haha!”
Janet droomt van de Chinese muur en New York, en alle andere dingen die ze nog wil zien. “Ik zou de hele wereld wel over willen reizen, maar ik heb ook erge heimwee. Twee weken Tsjechië lukt nog net. Ik vind het een fijn gevoel om weer thuis te komen. Reizen zal ook pas na onze zevenenzestigste worden want nu hebben we geen tijd. Dus genieten we nu maar van weekendjes weg, een filmpje of uit eten gaan.”
Nooit chagrijnig
“Mijn karakter? Oeh… Ik ben zeer ongeduldig. Als mensen iets niet direct snappen kan ik daar niet zo goed tegen. Ik was dan ook niet bij uitstek geschikt om iemand op te leiden bij Niemeyer. Ik ben sociaal… en God, wat nog meer…
Voor mijn man ben ik heel lief. Ik ben druk in de kop… Hart op de tong, maar dat leer je hier wel af, kost klanten. Stoer, ik vind mezelf ook wel stoer. Ik kan me ontzettend ergeren aan asociaal gedrag. Ik check hier altijd de wc’s rond twaalf uur want je kunt je niet voorstellen wat mensen daar doen. Ik draai ze d’r met de neus in om. Ik ben een regelneef en als mensen niet doen wat ze moeten doen dan kan ik daar niet over. Ik ben openhartig. En heel loyaal, ook naar werkgevers toe. ‘Te goed voor deze wereld’, zou mijn moeder zeggen, haha. Ik ben nooit chagrijnig. Ik sta vrolijk op en ga lachend weer naar bed. Ik kan wel eens woest worden, maar dat is wat anders.”
Bewondering
“Ik heb bewondering voor mensen die erg ziek zijn maar nog steeds lichtpuntjes zien. Sommige mensen worden door het leven getild, anderen worden er doorheen geschopt. En voor mensen die de ondergang van de wereld willen voorkomen, die zich inzetten voor de natuur. Of voor mensen die zich vanuit hun geloof inzetten voor anderen.”
Nederland, aardappeland
Typisch Nederlands vindt Janet aardappelen. “Maar dan ben je op vakantie in Zeeland en dan kun je overal alleen patat bij je eten krijgen. Vreselijk. In Tsjechië kun je je aardappelen op wel vijf verschillende manieren krijgen. En Nederlanders zijn net zo intolerant als ze lang zijn. Haha, nee hoor, dat geldt niet voor iedereen. Nuchterheid misschien wel, maar dat is eigenlijk weer typisch Gronings.”
Ouder worden
Eigenlijk is Janet nergens bang voor zegt ze. “Ja, dat ik oud word en krakkemikkig. En dat je dan op je tachtigste overvallen of verkracht wordt.” Een tijdje terug fietste ze op een verlaten weg aan de rand van Bedum toen een man in een auto haar in de gaten leek te houden. “Dan denk ik: ‘Kom maar, ik trap je zo die sloot in’. Adrenaline giert dan door je hoofd. Die kerel trapte steeds zijn gas in. ‘Kom maar’, dacht ik. ‘Ik verzúip je in die sloot’. Maar straks boet je aan kracht in, dat vind ik wel eng. En dat je niet meer vertrouwd bent bij de weg, dat is jammer. Mensen met kronkels in hun kop worden in Nederland veel te veel in de watten gelegd. Zij kunnen er ook niks aan doen, maar het zou je kind maar zijn zeg, dat door zo’n tbs’er op weekendverlof wordt meegenomen. Ze konden wel hartstikke gek zijn.”
Nobele taak
Janet vindt het moeilijk op te noemen waar ze allemaal om kan lachen, zoveel is het. “Als mensen hun kop stoten en zo; leed van anderen. Als ik de leukste thuis kijk dan pis ik zowat in mijn broek. Droge opmerkingen. Soms heb je zo de slappe lach hè, dan kom je er niet meer overheen. Ik had wel graag cabaretière willen worden, maar dan in het Gronings. Of zingen. Vroeger deed ik mee aan de soundmixshows van Hennie Huisman en aan karaokeshows. Maar daar ben ik mee gestopt toen we trouwden in 1986. Ik had ook wel ontwikkelingshulp willen doen en nog veel meer andere dingen. Misschien had ik wel heel goed piano kunnen spelen, maar we hadden thuis geen piano dus dat is nooit ontwikkeld.”
“Huilen kan ik om films of om een boek. Om het programma Onverwachts bezoek en om andermans verdriet. Of dierenleed. Als je per ongeluk langs Animal Planet zapt en ziet hoe ze zo’n explosief in een walvis schieten en dat het dan nog een half uur duurt voor dat dier dood is. Of zwijnen die zo in het hete water worden gegooid voor dat speklapje op ons bord. Mensen moesten een beetje bewuster omgaan met wat ze hebben. Ik vind dat we allemaal goed pachter moeten zijn van deze aarde, begin maar bij je thuis. Afval scheiden, niet teveel vlees. Geen bio-industrie. Ja, dan hebben we nog een nobele taak hier op aarde, haha. Maar dan moet iedereen wel meewerken.”
Wanneer ik op het eind van ons gesprek vraag of Janet nog iets kwijt wil antwoordt ze: “Volgens mij ben ik alles wel kwijt. Ik heb een best ei uutpoept, hahaha!”