Ter nagedachtenis aan Jozef en Regina Meijer. 

In 1998 verhuisde Han Meijer, geen familie overigens, samen met zijn vrouw en twee kinderen. Zij woonden al in Bedum maar vonden een 'oud'  huis toch iets sfeervoller. Zijn vrouw ontdekte dat het huis aan de Schultingastraat in Bedum te koop stond. 

Han verteld, "Vanaf de buitenkant leek het goed ook al bleek later dat er een hoop moest worden opgeknapt. Veel authentieke elementen waren over gebleven. Na een tijdje hoorde ik van verschillende personen uit het dorp dat hier in dit huis Joodse mensen hadden ondergedoken gezeten. In ons huis.... Toen werd ik nieuwsgierig". 


Jozef en Regina Meijer woonden in Bedum op het adres Boterdiep Westzijde 13. Jozef was veehandelaar maar had zich gespecialiseerd in de schapenhandel.  Sommige Bedumers herinneren zich Jozef nog wel als een statige man die op zijn fiets door het dorp fietste op zoek naar handel. Op afstand kon je hem herkennen op zijn fiets. Altijd rustig over het veld kijkend of er mogelijk iets viel te verdienen. Altijd kaarsrecht op zijn fiets, met onder het zadel de kromming van zijn wandelstok, die voor aan de stang met een riempje was vastgezet.

Ze waren jood en mochten niet bestaan

Er is een inwoner van Bedum die zich nog goed kan herinneren dat hij op de schapen van Jozef had gepast. Ze zouden immers in de sloot kunnen raken. Als blijk van waardering kreeg hij van Jozef een splinternieuw kwartje uit 1941. Het was van zilver. Het andere versleten kwartje was niet mooi genoeg en verdween in de grote bruine leren koopmansportemonnee. Het nieuwe kwartje is nadien NOOIT meer uitgegeven en is tot op de dag van vandaag bewaard gebleven. Regina was erg koningsgezind. Al op jonge leeftijd ging ze met vele anderen naar Amsterdam om getuige te zijn van de kroningsfeesten van koningin Wilhelmina. Regina kreeg een prachtig plekje op de voorste rij van het trottoir.  Plotseling steigerde een van de paarden van de koninklijke stoet en trapte Regina. Ze zou er de rest van haar leven last van houden. De jonge koningin was zeer begaan met het lot van Regina.

Jozef en Regina kregen op 20 oktober 1909 één dochter genaamd Charlotte Julia. (ook wel Lotty genoemd) Zij bleef hun enig kind. Lotty bleef, net als veel joodse jongeren op het platteland destijds, niet in haar geboorteplaats wonen. Nadat ze een tijdje als laborante in de zuivelfabriek van Bedum gewerkt had, trouwde ze met Joseph Cohen in 1934. Lotty ging in de stad Groningen wonen. Haar man had daar een goede baan bij een textiel firma in de W.A. Scholtensstraat. Lotty overleed al op 25 maart 1936 aan een destijds dodelijke darmziekte.
Ze ligt begraven op de joodse begraafplaats Selwerderhof in Groningen. Je kunt haar graf daar nog steeds zien.

Jozef was een gerespecteerd man in het dorp. Er is een foto uit 1935 waarop is te zien dat hij lid was van de voorname sociëteit “De Eendracht”. Jozef staat links voor op de foto. Tot de sociëteit behoorde de elite van Bedum, namelijk de dokter, directeur van de gasfabriek, het schoolhoofd en een hotelhouder.

Oorlog en onderduiken....
Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen. Vanuit Duitsland waren langer berichten binnen gekomen over de vervolging van Joden. Het systematische vernederen en isoleren van de Joden zoals in Duitsland eerder had plaatsgevonden, begon zich te herhalen voor de Nederlandse Joden. Jozef en Regina waren de enige Joden die woonden in de gemeente Bedum tijdens de tweede wereldoorlog. Ook Bedum ontkwam niet aan de maatregelen die de Duitse bezetter de Joodse mensen het leven zuur maakten. Er kwamen bordjes: “voor Joden verboden” en ze mochten geen handel meer drijven. Ook mocht Jozef geen lid meer zijn van de sociëteit “de Eendracht”.
Jozef en Regina werden verplicht om op hun identiteitsbewijs de letter J te laten plaatsen. Dit stond voor Jood. Ook moesten ze zich op last van de Duitsers laten inschrijven op het gemeentehuis. Dit was een aanmeldingsformulier waaruit kon blijken dat ze Joods bloed hadden. Jozef en Regina hebben dit gedaan op 13 februari 1941. Vanaf dat moment wisten de Duitsers precies waar de Joden woonden en hoeveel in elke gemeente.

Jozef en Regina Meijer jodenster

Ook moesten ze een duidelijke gele ster op hun kleding aanbrengen en die altijd dragen. Ze werden dus eigenlijk gebrandmerkt als vee.  

Opdracht tot arrestatie van Jozef en Regina .....
In het najaar van 1942 kregen twee marechaussees (politieagenten) de opdracht Jozef en Regina Meijer op te halen en te arresteren. De politieagenten waren Hielke van der Heide en Willem Homoet. Deze twee  politiemannen waarschuwden het echtpaar Meijer en vertelden dat ze moesten vluchten. Regina Meijer bracht nog wat levensmiddelen naar de buren. Hierna vertrokken ze uit hun huis.(In Bedum ging het gerucht dat ze naar  Engeland waren vertrokken.) Notaris Wolters uit Bedum heeft er voor gezorgd dat de toenmalige burgemeester van Bedum Timmer, die met de Duitsers samen werkte, hun woning niet kon gebruiken. Ze lieten nagenoeg alles achter behalve wat kleding. Ze konden gelukkig terecht bij de familie Lerk. Die woonde vlak in de buurt aan de Schultingastraat 6. Meneer Lerk had twee kinderen, Max en Waling. Hun verhalen zijn elders op deze site te lezen. Jozef en Regina verbleven boven in de middelste kamer. Het is een hele kleine kamer. Hooguit 2 1/5 meter bij 3 meter. Hier moest ze overdag blijven zitten en waarschijnlijk pas als de kinderen op bed lagen, konden ze even naar beneden. De kinderen probeerden wel eens door het sleutelgat te kijken maar zagen nooit wat. De deur zat op slot. De deur met het sleutelgat is er nog steeds. Je kan nu ook zien dat het sleutel gat aan de buitenkant van de deur hoger zit als aan de binnenkant. Daarom zagen de kinderen van toen en nu niets. Toch was het niet veilig in de Schultingastraat 6 te Bedum. Het huis bleek erg gehorig. Als de wc werd doorgetrokken konden de buren dat heel duidelijk horen. Dat was normaal niet zo erg maar als er niemand thuis hoorde te zijn ……

Weer vluchten .....
Jozef en Regina Meijer werden door een jongeman van 18 jaar (G.J. van Kooten) ergens eind september opgehaald met de fiets. Regina zat huilend achterop. Ze fietsten naar het adres Wolddijk 122 in Noorderhoogebrug. Hier woonde de familie Van Kooten. Regina en Jozef verbleven er op de zolder. Maanden lang! Nooit hebben ze problemen of ruzie gehad tijdens hun verblijf bij de familie van Kooten. Regina was erg handig met het maken van kleding en heeft voor de jonge van Kooten nog een sjaal en handschoenen gemaakt. Hier heeft hij de elf stedentocht nog mee geschaatst. Maar ook hier konden ze niet blijven. Naast de familie van Kooten kwam iemand te wonen die samen werkte met de Duitsers. Ook hoorden Jozef en Regina dat de kinderen van hun schoonzoon (die was hertrouwd) waren opgepakt. Later zou blijken dat hun schoonzoon in een concentratiekamp in Sobibor is vermoord (op 23-7-1943) en zijn vrouw en hun drie kinderen, waarvan de jongste nog niet eens kon lopen, vermoord zijn in concentratiekamp Auschwitz op 11 februari 1944. Jozef had een foto op zak van twee van deze kinderen. Ook was daar een foto bij van zijn  overleden dochter Lotty. Ook deze foto’s zijn bewaard gebleven! Regina raakte door de informatie heel erg overstuur. Zelfs zo erg dat er een dokter aan te pas moest komen om haar weer tot bedaren te krijgen. Het werd wederom te gevaarlijk. Ze zijn vervolgens  naar de Steenfabriek gebracht. Dit is de plek waar nu de bouwmarkt Hornbach staat, voor Zuidwolde. Hier werden ze opgepikt door een lege melkauto van de zuivelfabriek te Bedum.

Jozef en Regina Meijer tankauto 

Jozef en Regina werden in de lege tank verstopt. De jonge Van Kooten heeft niet geweten waarheen ze werden gebracht. Dit was uiteraard uit veiligheidsoverwegingen.

Vervoer in een melkauto.....

In de tankauto zouden ze naar een boerderij aan de Woldijk worden gebracht (Onderzoek wees uit dat de chauffeur was genaamd Ko Govert Poel). Daar was echter bezoek zodat ze hier niet konden worden afgeleverd. Hierop werden ze gebracht naar opperwachtmeester (rang bij de politie) Ter Horst aan de Stationsweg (officieel Ludgerstraat 45). Dit was echter maar van tijdelijke aard. Opmerkelijk aan dit adres is dat in het huis naast “opper” Ter Horst, Ingang aan de Ludgerstraat 44, ook twee onderduikers zaten. Dit waren Hielke van der heide en Willem Homoet, de politiemannen die Jozef en Regina hadden gewaarschuwd.

Lees het verhaal verder op de site www.jodenvervolgingbedum.nl

Met dank aan Han Meijer (website jodenvervolgingbedum.nl)

 

Facebook TwitterLinkedin
­