In Memoriam Johan Arends 

Johannes Cornelius Arends, is op 86 jarige leeftijd dinsdagmorgen 2 september 2020 overleden. Johan was al enige tijd ernstig ziek.
Op de rouwkaart geeft de familie Arends aan dat Johan  "Zorgzaam, Sociaal bevlogen, Maatschappelijke bewogen, Voortvarend , Creatief , Bouwer , vakman. Wat gaan wij hem ontzettend missen."
Ook voor vele inwoners van Bedum e.o. was de schok groot bij het horen van zijn overlijden. Geliefd bij velen door zijn hulpvaardigheid , spontaniteit , zijn duidelijke mening .

In Memoriam Johan Arends
Johan Arends 2e van rechts

Jan Blaauw, redacteur van de Facebook pagina OUD BEDUM schreef erover:
Helaas bereikte ons het bericht dat ons alweer een bekende Bedumer is ontvallen: Johan Arends. Johan Arends had jarenlang een uitstekend bouwbedrijf met een winkel aan de Molenweg.
Als voorzitter van de handelsvereniging kreeg hij in 1984 de vraag of Bedum ervoor voelde een wielerronde te organiseren in verband met het 100-jarig bestaan van de spoorlijn Groningen-Delfzijl. Hoewel hij aanvankelijk enige twijfel had, kwam het er toch van en we kennen het resultaat: de Omloop van Bedum is een begrip geworden. Jammer (maar heel begrijpelijk) dat de editie van 2020 van deze wielerronde, waarvan hij dus aan de wieg stond, vanwege corona werd afgelast.
Johan Arends was ook maar liefst 60 jaar (!) lid van het Sint Ceciliakoor van de parochie Maria ten Hemelopneming in Bedum.
Hoe breed de interesses van Johan Arends strekten, bleek wel uit het feit dat hij op de 14e plaats stond op de kieslijst van Gemeentebelangen bij de laatste verkiezingen voor de gemeenteraad van de gemeente Bedum van 19 maart 2014.
Wij wensen de familie heel veel sterkte voor nu en in de toekomst met dit zware verlies.

Henk van der Velde, voorzitter van dorpsbelangenvereniging APB Bedum, had kort geleden nog met Johan gesproken. "Johan heeft binnen dorpsbelangenvereniging APB Bedum veel voor het dorp Bedum betekend. Als creatieve bouwer en vakman ging het hem aan het hart dat een aantal prachtige historische monumentale panden zijn gesloopt en verdwenen, zoals in de Grotestraat en de voormalige directeurswoning van DOMO.

 In Memoriam Johan Arends
Johan Arends in het midden

Daarnaast hebben we samen enkele bijzondere Gastendagen gehad waar vele oud-Bedumers elkaar konden ontmoeten. Johan wist van vele families in Bedum hun geschiedenis. Ook heeft Johan jaren meegewerkt aan de Herdenking 25 april 1944 en de 4 mei Herdenking. In die periode werd het Herdenkingsmonument op de hoek Schoolstraat / Grotestraat gerealiseerd.
De samenwerking kwam ook uit binnen het bestuur van de Omloop van Bedum , de Wielerronde in Bedum die een groot begrip werd."

In Memoriam Johan Arends 

Naast zijn lid van het Sint Ceciliakoor , heeft Johan veel betekend voor de parochie Maria ten Hemelopneming in Bedum. Als actief lid van de kerk, in onderhoud van de kerk en ook voor de Katholieke Ouderenbond, KBO stond hij velen bij.

Wij condoleren hierbij de familie en wensen hen heel veel sterkte voor nu en in de toekomst met dit zware verlies.

 

* Lees ook onderstaande verhaal van Saffira Reikee van 2013 op bedumer.nl

 

 

Vakman in hart en nieren

Johan Arends 

 

In Memoriam Johan Arends 

Johan Arends (1934) herbergt heel wat Bedumer geschiedenis in zich. Hij bouwde zelfs eigenhandig een deel van het dorp. Van geraniums heeft de negenenzeventigjarige nog nooit gehoord. Hij zwemt, beklimt wekelijks de toren van de Walfriduskerk en zit in allerlei besturen. Hij heeft het nog altijd zo druk dat hij dagelijks tijd te kort komt.

Door Saffira Reikee -2013 bedumer.nl

Johan Arends werd dit jaar 79, maar zo voelt hij zich nog lang niet. Zijn geheugen is ook nog prima, zo blijkt al snel tijdens ons gesprek. Natuurlijk heeft hij een archiefkast vol naslagwerken van alles wat hij gedaan heeft, maar de meeste dingen weet hij gewoon uit zijn hoofd, met datum en al.

Familiebedrijf
Na school werkte Johan vier jaar als bouwvakker. “Mijn vader zei: jongen, leer nou verder anders krijg je er spijt van. Maar ik wou aan het werk, ik heb mijn eigen kop gevolgd. Dus ik was tweeëndertig toen ik alsnog aan de studie ging. Overdag was ik aan het werk in Haren waar ik ’s morgens op de fiets naar toe ging. ’s Middags om half vijf terug, wassen, eten en omkleden en weer op fiets naar Groningen, om naar school te gaan.”
Johan studeerde bouw aan de MTS en volgde daarna verschillende cursussen, onder andere over staalconstructies en beton. Daarna kwam hij bij het familiebedrijf van zijn vader en drie neven. In 1959 gingen Johan en zijn vader samen verder. Het pand waar het familiebedrijf zich bevond staat nog altijd aan de Molenweg, Johan en zijn vrouw wonen er nog steeds. Johan: “Mijn grootvader heeft dit pand gekocht in 1920. In 1948 gingen mijn grootouders uit dit huis en trokken mijn vader en moeder hier met het hele gezin naar toe. Ik ben hier getrouwd en daarna hebben mijn vrouw en ik zes jaar aan de Schultingastraat gewoond. Daarna hebben we geruild: mijn ouders gingen naar de Schultingastraat en wij kwamen hier weer wonen. Met elkaar woon ik hier ruim vijftig jaar.”

Maatschappelijk betrokken
Johan en zijn vrouw kregen twee kinderen, een zoon en een dochter. Zesendertig jaar lang runde Johan een dubbel bedrijf: een doe-het-zelfzaak en een aanneembedrijf, met in de laatste jaren altijd zo’n vijftien man personeel. In 1993 verkocht Johan de zaak, toen hij negenenvijftig was. Sindsdien zat hij in zoveel verenigingen, dat hij tot nu toe nog geen moment heeft stilgezeten. “Het begon allemaal met de handelsvereniging, daar zit ik vijfenveertig jaar in, sinds 1968. Ik was het helemaal niet van plan, maar mijn vader zei op een dag: ga jij er maar een keer heen, dan blijf ik thuis. Ik was nog maar goed en wel binnen of er werd gezegd: we moeten nieuwe bestuursleden hebben, kom jij er ook bij?”
Johan zit ook al dertig jaar bij Algemeen Plaatselijk Belang. “Maar daar stap ik dit jaar uit. Er wordt altijd gezegd ‘jij bent oud-Bedumer, blijf er nou in, er zijn heel veel dingen die wij niet weten en jij wel’. Dat is natuurlijk ook zo, maar je moet ook eens ophouden.”
Ook zat hij in de geschillencommissie van de organisatie. Sinds 1994 is hij penningmeester van een onderafdeling van aannemersorganisatie NOB. Van 1985 tot 2005 was hij bestuurslid van de SSPB, een praktijkopleiding voor de bouwsector. Sinds 1990 is hij lid van de Stichting Herdenkingscomité Bedum. Ook zat Johan achttien jaar lang in het bestuur van Alegunda Ilberi. En dan waren er natuurlijk nog de tweejaarlijkse lichtweken en de wielerronde waar Johan van begin af aan bij betrokken is geweest.

In Memoriam Johan Arends 

De wielerronde
Johan: “De wielerronde heb ik mee opgezet in 1983. Ik had net Fame verbouwd, dat werd door Jelte Bakker als locoburgemeester geopend. We raakten met Albert Weggelaar, bestuurslid van de handelsvereniging, aan de praat. Albert vond dat we als handelsvereniging een wielerronde moesten organiseren vanwege het honderdjarige bestaan van de NS: ieder dorp deed daar iets mee. Ik was toen voorzitter van de handelsvereniging en wilde eerst wel eens weten wat dat zou gaan kosten. Bakker vond dat we het als handelsvereniging wel konden betalen, maar dat leek mij niet verstandig. We hadden met de lichtweken al een beste strop gehad. Dus ik zei: als de gemeente er nou voor wil instaan, dan wil ik er wel over prakkiseren.”
Zo geschiedde. Stichting Wielerronde Bedum ontstond. Na een uitnodiging op het gemeentehuis troffen Johan en Albert toenmalig ambtenaar Sportzaken Co Panneman die wel secretaris/penningmeester van de stichting wilde worden en toenmalig lid van de Sportraad Bert van der Tuuk die samen met Johan Arends bestuurslid werd. Albert Weggelaar werd voorzitter van de stichting. Johan: “En zo hebben we het jaren volgehouden met z’n vieren, ik denk wel twintig jaar. Bert Weggelaar ging op den duur weg en toen hebben we Tinus Rietsema erbij gevraagd, hij was toen directeur van de Rabobank, de hoofdsponsor van de Wielerronde. Toen Bert van der Tuuk ook wegging en Co Panneman twee jaar later overleed waren we nog maar met ons tweeën. Bé Huizing was toen ook al betrokken: hij verzorgde de renners. Met ons drieën hebben we toen het hele zaakje geregeld maar dat is haast niet te doen. Ludy Bultena kwam erbij en was twee jaar voorzitter, daarna opgevolgd door Henk van der Velde die nu nog voorzitter is. Verder bestaat het huidige bestuur uit Henk Panneman, Jaap Lijfering, en tot voor kort Niek Brontsema, die onlangs helaas is overleden”.

Lichtweken
Al voor de eerste wielerronde was Johan ook van begin af aan betrokken bij de lichtweken die Bedum vroeger kende. Johan: “We organiseerden het vanaf de beginjaren zeventig zo’n vier keer met de zeven bestuursleden van de handelsvereniging. In 1978 kwam het Lichtweekcomité in het leven die de organisatie overnam. Daar heb ik tot 1994 in gezeten. Op een gegeven moment werd het steeds minder. De zomertijd werd ingevoerd, dus waar het anders om half zeven al donker was, was dat nu pas om half acht. Eerder ging om half zeven de sirene van de melkfabriek en dan gingen alle lampen tegelijk aan, maar dat kon nu niet meer. Dus toen werd het een feestlichtweek, met diverse andere activiteiten. Dat waren drukke weken hoor.
In één van de lichtweken hebben we een tram gehad van Santanera, met een klein locomotiefje ervoor. Twee avonden reden we mensen daarmee door Bedum. Tot de politie ons aan de kant zette. We mochten niet meer rijden, want de tram was niet vertrouwd, zeiden ze. Ik wilde de tram niet meer leeghalen want alle kaartjes waren verkocht. Toen hebben ze ons naar het kerkhof aan de Schoolstraat gedirigeerd en de tram daar afgekeurd. Dus wij naar een stoeterij waar we twee paarden hebben gehuurd. Waar garage Homan nu zit zat toen een smederij waar we iets hebben laten maken waar de paarden tussen konden lopen. Dus de volgende avond reed de tram weer, en de politie kon er niets tegen doen.
Op zaterdagmorgen, de laatste dag van de feestweek, moesten we de tram terugbrengen. ’s Ochtends zag ik vanuit ons woonkamerraam al iedere keer een politieauto heen en weer rijden over de brug. De tram stond bij de oude suikerfabriek en de politie wist dat we hem terug moesten brengen naar Santanera. Iedere tien minuten kwamen ze langs. Tussen de middag zijn we op pad gegaan. Eén met de auto ervoor, één erachter, en één op de tram. En we reden net bij Santanera het hek binnen, we stonden goed en wel stil, en er stond een politieauto achter ons. Maar ze konden niks meer doen, we waren net op tijd.”

Geen tijd over
Johan is lid van het CDA. “Maar soms vind ik het te links en soms te rechts, dat is toch altijd moeilijk. Ik ben ook lid van GB en daar heb ik dat ook: de ene keer ben ik het er niet mee eens, de andere keer wel”.
Hobby’s heeft Johan genoeg. “Ik heb vroeger het vak wel geleerd, maar toen ik in het bedrijf kwam werkte ik zelf niet meer mee, deed ik alleen nog het regelwerk. Nu maak ik nog wel verschillende dingen, ik knap wel eens antieke kasten op voor de kinderen. Ik heb hier nog een werkplaats achter, dat is het oude bedrijf nog, want op een gegeven moment is het verhuisd naar het industrieterrein. Maar hobby’s heb ik inderdaad zat. Soms teveel, dan kom ik niet eens aan dingen toe. Dat is ook de reden dat ik uit het bestuur ga bij de wielerronde en APB. Want jongens, ik heb geen tijd meer over. We hebben een zomerhuis in Norg, daar zijn we dan een weekend maar dan moet ik weer terug, omdat ik ‘s avonds een vergadering heb. Ik ben nog hartstikke fit, daar gaat het niet om, maar je moet het ook willen. En bovendien blijft er nog genoeg over, ik ben bijvoorbeeld nog voorzitter van de Katholieke Bond van Ouderen. Gevolg daarvan is dat je ook in het voorzittersoverleg van de provincie zit. Daarnaast zit ik als penningmeester in de werkgroep van bewoning van ouderen, dat is van de OZO: daar zijn de drie ouderenbonden PCOB, ANBO en KBO in verenigd en dat is ook weer provinciaal. Zo val je van het ene in het andere. En ik ben nog penningmeester van de NOB. Het is heel leuk, maar ik ben zelf ook op leeftijd. En een keer verandering in een bestuur is ook wel goed.”

Ontworpen en gebouwd
Johan kan het vakmanschap dat hij in sommige meubels of gebouwen terugziet erg bewonderen. “Ik weet wat voor werk erin zit. Dan denk ik: hoe hebben ze het klaargekregen vroeger? Ik denk dat ze het nu niet meer zouden kunnen.”
Trots is Johan op zijn kinderen. “Mijn dochter zit bij de douane, mijn schoonzoon is vertegenwoordiger. Mijn zoon zit in de meubels, mijn schoondochter is secretaresse. Ik ben er wel trots op, dat ze het allemaal zo goed doen. Je hoort tegenwoordig zoveel rare dingen. Of ze hebben geen werk meer, of ze gaan de verkeerde kant op.”
Trots op wat hij heeft gebouwd is Johan ook, als is het bijna teveel om op te noemen. “Ik heb vroeger zelf vrij veel getekend en ontworpen. Garage Velting bijvoorbeeld: de showroom daarnaast heb ik getekend en ontworpen en ook zelf gebouwd. Bij Scholmadruk heb ik alles wat naast de loods staat gebouwd. En ook die blauwe loods van Vogelzang, die nu grijs is. Er zijn zoveel gebouwen en huizen hier in Bedum die ik gebouwd heb. Soms, als ik vanaf Zuidwolde op Bedum aan kom rijden, dan denk ik: dat was het eerste stuk, dat het tweede. Bedum is steeds verder uitgebreid. Dat is wel leuk hoor. Verspreid in de omgeving staan ook nog een stuk of acht huizen die ik zelf ontworpen en gebouwd heb. Vier ervan staan in Bedum. In Groningen bouwden we soms op vier of vijf plekken tegelijk. Verbouwen hebben we ook veel gedaan, dat is moeilijker dan nieuwbouw, want je moet precies weten wat je doet. Maar ik heb het altijd met plezier gedaan.”

Kerktoren beklimmen
De laatste vijftien jaar gaan Johan en zijn vrouw in februari of maart meestal naar Tenerife of Gran Canaria. “En in de zomer zitten we geregeld in Norg. Niet hele weken achter elkaar hoor. We fietsen hier eens heen, maken dagtochten, rijden een keer Duitsland in.”
Johan houdt van klassieke muziek. “Er zijn ook wel dingen in de moderne muziek die ik leuk vind, het ligt eraan wat het is.” Geen boem-boem muziek in elk geval, dat horen Johan en zijn vrouw vaak genoeg midden in de nacht in het weekend, als jongeren komen pinnen bij de Rabobank en de autodeur open laten staan. “Dat klinkt door de hele Molenweg heen. Dus op die manier ben ik wel op de hoogte van nieuwe muziek.”
Of hij nog sport? “Ik zwem en ik fiets. Wielrennen heb ik wel eens geprobeerd, maar ik kon niet over dat zadel. Als ik daar twintig minuten op zat dan kon ik niet meer en dan had ik er drie dagen last van. Weg met dat ding.” Maar gewoon fietsen en zwemmen doet hij nog alle weken. “Met zomerdag fiets je wat meer. Ik loop veel. Dat houdt je ook een beetje fit. Je wordt wel ‘ouder’ hè. Maar ik heb nog nergens last van hoor. Ik voel me nog vijfentwintig!
Ik hou ook het uurwerk in de kerktoren van de Katholieke kerk bij. Die heeft wel zes jaar stil gestaan. Ik dacht: waarom loopt dat ding niet? Dus ik ben naar boven gegaan, heb gekeken, en heb hem weer aan de praat gekregen. Maar dan moet je dat ding opdraaien, zestig slagen boven de zolder uit. Nou dan heb je echt de tong hier hangen hoor. En ook nog twee keer, eerst voor het slagwerk en dan voor het lood. Maar er is op een gegeven moment iets fout gegaan, één van die kabels is geknapt. Dwars door de zolder heen, dwars door de balken heen. Toen is ‘ie verplaatst en elektrisch gemaakt. Maar hij liep nooit goed, dan weer voor, dan weer achter. Nu zet ik hem elke week even bij. Dan moet ik elke keer tweeëntwintig treden van twintig centimeter omhoog. Dat is goede sport hoor!”

Ergernis
“Typisch Nederlands? Ze mekkeren altijd hè. Iedereen heeft zijn bezwaren. Ik ook, ik betaal me scheel aan belastinggeld en als je dan ziet waar het blijft. De mensen die dat regelen, die hebben geen zakelijk inzicht. Ik heb geen hekel aan asielzoekers, aan vluchtelingen, maar wel aan mensen die hier binnenkomen en niks doen behalve van de pot trekken. Dan denk ik: dit komt niet goed. Daar moeten ze veel strenger op zijn. En domme ambtenarij, daar erger ik me ook aan. Van sommige dingen denk ik, hoe krijg je het in je hoofd jongens. In het bedrijfsleven kun je zulke dingen niet doen, en zij doen het ook nog met andermans geld, dat is nog veel erger. Daar erger ik me wel aan. Maar voor de rest: we hebben het allemaal hartstikke goed, het merendeel tenminste.”

Kunst?
Boeken leest Johan niet veel. “Tijdschriften meestal wel als ik ze heb. De krant krijg ik soms niet eens uit. Dan wil ik wel, maar op zondagmorgen heb ik zoveel kranten liggen, dan moet ik eerst maar eens kijken wat nog lukt.” En kunst? Jawel, alleen hele moderne kunst zegt me niet zoveel. Een mooie pentekening bijvoorbeeld, zoals dat van het klooster van Ter Apel dat daar hangt, dat zegt me wel wat, dat noem ik kunst. Maar van sommige kunst is het al een kunst om het kunst te kunnen noemen. Je moet er van houden denk ik.”

Onrechtvaardig
Johan noemt zichzelf vrij nuchter. “We gaan met de kinderen en kleinkinderen een week naar Kos omdat we vijftig jaar getrouwd zijn. Dat vind ik hartstikke leuk, maar het is niet zo dat ik er aldoor aan denk, daar ben ik het type niet voor. Net als na de vakantie, dan zeggen mensen: ach, moet ik weer beginnen. Heb ik nooit moeite mee gehad. Ik kom op kantoor en ben alles bij wijze van spreken weer vergeten. Ik ben te nuchter denk ik.”
Zorgen maakt hij zich wel eens. Over het tekort in de staatskas bijvoorbeeld. “Ik maak het niet meer mee, maar jullie zullen nog meemaken dat het tekort wordt aangevuld. De kleintjes van nu moeten er straks voor bloeden, daar kan ik slecht tegen, dat is onrechtvaardig.”
Sommige dingen in Nederland vindt hij onbegrijpelijk. “Mensen die eerwraak plegen bijvoorbeeld. Eruit en er nooit weer in. Dat kan niet toch, zulke dingen. Daar zijn ze in Nederland veel te slap in. Allemaal van die dingen waar je je kwaad om kunt maken. Dat doe ik niet, maar ik vind het wel jammer.”

In Memoriam Johan Arends

Ridder
Drie jaar geleden werd Johan benoemd tot lid in de Orde van Oranje-Nassau. Daar denkt hij aan, gevraagd naar hoogte- en dieptepunten in zijn leven. “Dat ik geridderd ben is op zich best leuk, het is een stukje waardering voor de dingen die je hebt gedaan. Niet dat ik er wakker van lag of het wel of niet gebeurde, maar ik vond het best leuk. En dieptepunten? Dat je ouders overlijden, onder andere. In 1994 hebben we er drie achter elkaar verloren. Eerst een zwager van mij die plotseling uitviel, toen mijn moeder en toen mijn schoonmoeder, in anderhalve maand tijd. Dan heb je teveel. Maar goed, daar is de één ook nuchterder in dan de ander. Iedereen heeft wel eens zorgen, dat blijft ook zo.”

Recht voor zijn raap
Zijn karakter omschrijft Johan als vrij pittig en fel. Het maakt niet uit wie hij voor zich heeft. Werknemers noemden hem tijdens een reünie geen gemakkelijke baas. “Maar je was duidelijk, zeiden ze. Eén jongen heeft hier achtendertig jaar gewerkt. Hij is ook mee overgegaan toen ik de zaak verkocht. En verscheidene jongens hebben twintig, vijfentwintig jaar bij me gewerkt. Dus ik was niet een heel slechte baas, anders waren ze wel eerder weggegaan!”

Bedum
Johan en zijn vrouw wonen nog altijd met veel plezier in Bedum. “Geen ergernissen. Behalve toen ze de Molenweg hier wilden veranderen. Moesten ineens alle bomen eruit. Daar heb ik me tegen verzet, ze stonden er al twintig jaar, dat is toch zonde. Wat schiet je daar mee op?”
Voor de voormalige directeurswoning bij de Domo heeft Johan zich een aantal jaren geleden ook hard gemaakt. “Met vijf man hadden we er al achtentwintigduizend euro in gestopt om dat pand te kunnen verplaatsen en ineens trok de gemeente alsnog de stekker eruit. De fundering die nodig was om de woning op te tillen was al uitgerekend en het vervoer was al geregeld. Bedum had op de kaart kunnen staan in heel Europa. Dat soort kromme dingen, daar kan ik me kwaad om maken. Maar verder wonen we hier met veel plezier.”

Opoefiets
Hij komt er toch nog even op terug. De laatste tijd heeft Johan het te druk. “Ik heb hier een fiets van mijn tante staan, een oude opoefiets van wel zestig jaar oud. Mijn kleindochter zag hem staan en vroeg of ze hem mocht hebben. Tuurlijk, die mag je wel hebben kind, maar er moet wel wat aan gebeuren. Er moeten nieuwe banden onder en zo. Dat wil ik dan doen, maar ik krijg er gewoon geen kans voor. Maar goed. De wereld is ook niet in een dag gebouwd hè?”

 

Facebook TwitterLinkedin
­