Vanaf 1 januari 2024 wordt er rente vergoed over veel erfdelen die nog niet zijn uitgekeerd. Het gaat om erfdelen waarbij de (stief)kinderen hun erfdeel pas uitgekeerd krijgen na het overlijden van de langstlevende (stief)ouder. Als een (stief)ouder is overleden na 2002 is er meestal sprake van de wettelijke verdeling. De (stief)kinderen krijgen in dat geval een niet opeisbare vordering (erfdeel) op de langstlevende (stief)ouder. Dit erfdeel is pas opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende (stief)ouder. (Stief)kinderen kregen tot 31 december 2023 over dit erfdeel geen rente vergoed omdat de wettelijke rente zes procent of minder bedroeg. Vanaf dit jaar is de wettelijke rente zeven procent. Omdat de wettelijke rente hoger is dan zes procent bedraagt de rentevergoeding op het erfdeel het verschil tussen de wettelijke rente minus zes procent. Dus de rentevergoeding over de erfdelen van de (stief)kinderen bedraagt vanaf 1 januari 2024 één procent.
De erfgenamen kunnen in onderling overleg een andere rente hebben afgesproken en als de (stief)ouder een testament heeft opgemaakt, kan er in het testament een andere rente staan maar vaak wordt in testamenten aangesloten bij de wettelijke regeling.
Vaak is nooit goed vastgelegd wat de omvang van de erfdelen van de (stief)kinderen zijn. Het is juist wel belangrijk dat dit goed is vastgelegd. Het is belangrijk omdat deze erfdelen (inclusief rente) een aftrekbare schuld zijn bij het overlijden van de langstlevende (stief)ouder. De voornoemde rente wordt bijgeschreven bij de het erfdeel en is pas opeisbaar als het erfdeel ook opeisbaar is.
Is de omvang van je erfdeel niet vastgelegd of niet berekend, kan dit alsnog. Of als je wilt weten of jouw erfdeel ook rentedragend is, neem contact met ons kantoor op www.huitsingpoort.nl.